Hersenschade – Kapot geheugen en toch dingen onthouden

Relatief vaak word mij gevraagd hoe ik ondanks mijn kapotte korte termijngeheugen toch dingen kan onthouden. Het korte antwoord is, ik maak een lijstje. In dit artikel ga ik in op hoe ik omga met lijsten. En hoe is er niet teveel en niet te weinig van heb.

Dit is slechts mijn manier van omgaan met het fenomeen geheugen en het is denk ik niet alleen van toepassing op mensen met hersenschade, maar ook leuk om te proberen toe te passen als je wel volledig functioneert. Want ieders cognitieve energie loopt terug gedurende de dag. En kan alleen met goede slaap weer aangevuld worden.

Het is tevens geen ‘one size fits all’ oplossing. Er bestaan vele variaties op het thema onthouden en hoe dit te doen. Dit is hoe ik het doe en ik hoop dat lezers er inspiratie uit kunnen halen zodat ze zelf minder vergeten.

Ik vaar wel bij stabiliteit, van een stabiele nachtrust tot een stabiele dagindeling. De dagindeling is gelijk het eerste lijstje dat voorbij komt. De dagindeling zit in  de weekplanning.

Het is eenvoudigweg wat ik in de week per dag moet doen en hoeveel ruimte ik ernaast heb om andere dingen in te plannen.

Ik werk met een punten systeem. Tijdens mijn revalidatie heb ik allerlei activiteiten bijgehouden en een inschatting gemaakt hoeveel punten deze mij kosten. En bij welke dagelijkse belasting ik de volgende dag nog fris en fruitig aan de start kan verschijnen. Uit dat experiment is het getal 28 gekomen.

Ik heb dus 28 punten cognitieve energie te verbruiken. Een soort Energon dus (Transformers referentie). Mijn dag is ingedeeld met activiteiten en die kosten mij punten.

Bijvoorbeeld, een half uur makkelijk lezen 1 punt eraf, moeilijk lezen 2. Een Afspraak buiten de deur 3 punten eraf.

Ik kan punten terugverdienen door rust te nemen,  15 minuten meditatie een half punt erbij , 1 uur hardlopen 1 punt erbij. Zo maak ik een vaste indeling van de week. Allemaal tellen deze activiteiten op tot de maximale belasting van 28.

Dat is de eerste lijst. Het is overigens geen exacte formule, de ene week gaat het beter dan de andere.  Neem het als richtlijn waarbinnen het voor de meerderheid van de dagen goed gaat.

Er bestaan meer lijsten. De lijst met spullen die ik altijd mee moet nemen als ik de deur uitga. Bestaande uit, sleutels, telefoon, portemonnee, boek, hoofdtelefoon enzovoorts.

Inmiddels is die lijst vervangen door een altijd op dezelfde manier verpakte tas. Ook een vorm van een lijst maar een die altijd klaarstaat.

Er is een lijst voor ingevingen. Dingen die mij te binnen schieten en die ik niet moet vergeten. Een soort verzamelbak van mijn korte termijn geheugen.

Iedere dag zijn er taken die je moet doen, en die komen op de To-do lijst. Eigenlijk een verschrikkelijke lijst in de zin dat het er een is die vaak uit de hand loopt. Het probleem van de nooit eindigende To-do lijst, een lijst die zwaar op het gemoed kan wegen. En je het gevoel geeft nooit klaar te zijn.

Dat heb ik opgelost door er steeds maar 3 dingen op te zetten. Dingen die het meeste prioriteit hebben. Als die gedaan zijn gooi ik het lijstje weg. En dan is het ook echt af.

Pauzes, je belangrijkste vriend. Het is onmogelijk om de hele dag hoogwaardig cognitief bezig te zijn. Ja, ook voor de supersterren onder ons, cognitieve energie neemt echt af.
Opladen gaat voor het grootste deel door slaap. We moeten namelijk onze indrukken van de dag verwerken. Dat gebeurd in onze slaap.

Pauzes hebben de functie om tussendoor even de batterij weer bij te laden. En in mijn planning staan er pauzes na iedere activiteit. Deze pauzes hebben een waarde van 0. Het helpt niet tegen vermindering van cognitieve vermoeidheid.

Het belangrijkste van To-do lijsten is dat je er nooit een moet starten als je niet zeker weet dat je de lijst die dag af kan krijgen. Het geeft een open einde en je blijft ermee bezig. Een keer iets eerder stoppen is geen probleem.

Als je een moeilijke , dus hoog cognitieve bezigheid hebt, plan die strak in. Zorg ervoor dat er geen afleidingen zijn. Mail uit, telefoon weg, en neem voor je eraan begint een pauze. Stop na exact de geplande tijd en neem een langere pauze.

Iemand die heel erg goed is in het geconcentreerd werken heeft 4 uur per dag aan energie om dat goed te doen. De rest van de dag presteer je veel minder.  Moeilijke klussen doen na die tijd heeft geen nut.

Acht uur knallen aan een stuk is leuk voor de hashtag “#altijddruk” maar heeft geen enkele toegevoegde waarde. Het uitbannen van afleiding wel.

De dagplanning met de To-do lijsten geven dus aan wat je maximaal moet willen doen op een dag. Belangrijk, laat ruimte voor onverwachte zaken. Je kan een dag niet compleet volproppen. Vergaderingen lopen uit. Dus ook je rustmomenten duren langer, die moet je niet overslaan. De dag moet in staat zijn te kunnen uitzetten en krimpen. Je moet ademruimte hebben. Anders loop je leeg op de onverwachte dingen die ten koste gaan van het goed kunnen uitvoeren van de dingen die je in de planning hebt.

Dan zijn er de praktische lijsten, of moet ik zeggen notitieboeken. Ik schrijf voor iedere dag een aantekening in mijn dagboek met hetgeen ik gedaan heb, hoe ik mij voel en wat er voorbij gekomen is.

Daarnaast noteer ik bijvoorbeeld bij het lezen van een boek de laatste gebeurtenissen even kort , zodat ik dat de volgende keer even door kan nemen om te weten waar het over ging.
Voor zaken die ik wil onthouden, maak ik langere aantekeningen en vaak schrijf ik deze dan uit in een groter verband. Zo heb ik van veel boeken korte samenvattingen waar ik naar terug kan grijpen als ik mij wat wil herinneren.

Waar ik vroeger zaken goed kon onthouden en in mijn parate kennis had, is dat nu vaak anders. En helpt het schrijven mij hierbij.

Als laatste , schrijf het op. Niet in een digitale vorm, geen lijsten in een app, in word, excel of wat dan ook. Misschien alleen het format voor de weekplanning. Maar print ook die uit en vul hem met de hand in.

Schrijven is onthouden. Het wordt in het brein gebeiteld. En verrassend vaak ook in mijn kapotte brein. Dus koop een stapel notitieblokken in allerlei formaten en ga schrijven.

Dit is een eerste epistel over het leven met hersenschade en de praktische kanten ervan die ook toepasbaar zijn in het dagelijkse leven van iedereen. Niemand heeft namelijk oneindige (cognitieve) energie. Maar met een aantal redelijk eenvoudige methodes kan je wel het een en ander verbeteren.