1 machine muziek, leren in het pre internet tijdperk

Ik dacht vroeger altijd dat de muziek waar ik veel naar luisterde uit een enkele machine kwam, voornamelijk uit een sampler. Omdat de plaatjes die ik zag meestal bestonden uit de muzikant en een enkele machine. Vaak een Akai S950 of een MPC. 

Op een gegeven moment ontdekte ik een boek met interviews met allerlei producers in hun studio’s, dat boek heb ik verslonden en veel geleend. Ik ontdekte dat er veel meer instrumenten en machines waren waarmee de muziek werd gemaakt, en niet een enkele machine. Ik kan mij de titel niet meer herinneren maar 808 state en A guy called Gerald stonden er in, als ik het mij goed herinner, naast vele anderen. Het boek is gemaakt net na de explosie van acid house in het Verenigd koninkrijk. Dus het zal rond 1987/88 zijn geweest dat het boek is uitgegeven. Ik heb nog een poging gewaagd maar het niet kunnen vinden. Als iemand het weet hoor ik het graag. 

Kort daarna ontdekte ik het blad Sound on sound. Dat koste behoorlijk wat indertijd en ik probeerde het altijd in de boekhandel zelf te lezen, ondertussen proberend zoveel mogelijk aantekeningen te maken. Een andere belangrijke bron van informatie waren de folders van de diverse fabrikanten van instrumenten. Door deze te lezen had je een idee van wat er allemaal mogelijk was. Informatie was schaard in die tijd. Sommige muziekwinkels waren niet al te happig om de folders mee te geven aan jongeren die de instrumenten overduidelijk niet konden betalen. Anderen, met een meer toekomstgerichte visie zorgden er wel voor dat ze voldoende materiaal hadden om uit te delen. Immers wij waren uiteindelijk mogelijke toekomstige klanten. En inderdaad een aantal jaren later kocht ik mij eerste instrument bij een van deze winkels. 

Tegelijk een belangrijke les geleerd, wees aardig tegen mensen, dat is de beste investering die je ooit doet. 

Een aantal jaar later verscheen Future music in de winkels. Goedkoper dan Sound on sound en wat laagdrempeliger, en beter te begrijpen. Althans voor mij. Het beste aan dit blad waren de interviews met de artiesten in hun studio met bijbehorende foto’s. Ik heb veel geleerd door simpelweg naar de foto’s te kijken. Een erg goed blad waar ik iedere maand naar uitkeek. Op een gegeven moment was er zelfs een Nederlandstalige versie. 

Sinds die tijd heb ik Future music en Sound on sound altijd gelezen. Deze week kondigde Future music aan te stoppen met het maken van het blad. Alhoewel ik al jaren geleden overgegaan ben op de digitale versie heb ik altijd een abonnement gehouden en keek ik nog steeds uit naar de nieuwe uitgave. Precies zoals toen ik nog een kind was. Je kan mij nostalgisch noemen en dat ik waarschijnlijk ook zo, maar ik hou van de vorm van een blad, de indeling, de foto’s en de manier waarop informatie langzamer en geordend naar je toe komt.

De online wereld is misschien nu voor veel mensen geschikter, en de hoeveelheid informatie is geweldig. Maar het heeft ook een andere kant, zaken kunnen eenvoudigweg verdwijnen als de hosting stopt. Wat als YouTube ermee gaat stoppen, waar blijven al die tutorials dan?

De fysieke verschijningsvorm,  of dat nu een boek is, een blad, een plaat, wat dan ook, nestelt zich anders in je brein, in je geheugen. Ik kan de keren niet tellen waar ik even door oude future music nummers heen blader om een interview te herlezen, of een technisch artikel even door te nemen. Je vormt je eigen persoonlijke bibliotheek die je kan organiseren zoals dat voor jou werkt. Met het verdwijnen van deze publicaties neemt die mogelijkheid af. Dat is vanuit mijn perspectief gezien een treurig iets. 

Omdat op deze manier leren en internaliseren van informatie, van essentieel belang is voor mensen. 

Verbouwen kost tijd en veel energie

Het vooruitzicht op een mooie creatieve ruimte is een mooi vooruitzicht, maar verbouwingen kosten mij veel energie. Afgelopen week was een week met minder werkzaamheden en dat betekende dat ik wat kon gaan herstellen. Dit liet weinig ruimte over voor onder andere muziek. En heb ik niet veel gedaan gekregen. Ik heb wel een aantal fascinerende boeken over muziek gevonden, ik kwam erachter dat het uitstekende, Electronic music and sound design een derde engelstalige deel heeft in de serie. Kon het niet laten deze gelijk te bestellen.

Veel boeken zijn wel beschikbaar in bibliotheken, maar deze serie is daar niet een van. En het zijn erg handige boeken om voorhanden te hebben, hopelijk komt het boek snel binnen. Ik heb het eerder gemeld, deze boeken bevatten enorm veel kennis over geluid en het ontwerpen van geluid, dus ook als je geen aspiraties hebt om Max MSP te leren zijn dit geweldige boeken om te hebben.

Want alles komt voorbij wat je maar zou willen weten over elektronische muziek creatie. Neem wel de tijd om ze te lezen want sommige onderdelen zijn best gecompliceerd. Althans voor mij. Ik kijk in ieder geval erg uit naar dit derde deel.

Tijdens het zoeken naar interessante boeken kwam ik ook het boek on Minimalism over de geschiedenis en het belang van minimal music. Dit boek is ook onderweg. Zodra ik het gelezen heb zal ik een recensie schrijven.

Boeken geven mij altijd veel inspiratie en ideeën en het zoeken naar nieuwe boeken geeft mij ook energie. Dus ook al gebeurd er momenteel niet zoveel op muziek gebied, zo kan ik toch een beetje vooruit blijven bewegen.

Interieur ontwerp, het kiezen van de sfeer voor de creatieve ruimte

Het werk aan de creatieve ruimte gaat gestaag door, maar zoals altijd met bouwwerkzaamheden kom je altijd onverwachte dingen tegen en duurt het langer. 

Dus mijn spullen om muziek te maken zitten nog steeds in dozen. Ik ben dus een beetje bezig geweest met interieur ontwerp, wat de sfeer moet zijn in de ruimte, welke kleuren het moet hebben. Niet zozeer de technische details, ik neig wel naar een tafel waar ik projecten kan opzetten. Dus niet alleen wat spullen voor muziek maken. Maar ook projecten die te maken hebben met schrijven, tekenen en andere dingen. 

Muziek maken heb ik even uitgesteld tot de werkzaamheden afgerond zijn, het kost eenvoudig teveel energie met alle werkzaamheden die aan de gang zijn. Dus een kort verslag deze week, omdat er eenvoudigweg niet veel te melden is. 

Tot volgende week. 

Kunst & inkomen, de financiën van kunst

Deze week is bekend geworden dat Aslice gaat stoppen. Aslice ging voor een betere betaling van muzikanten, een eerlijker verdeling van de inkomsten uit muziek. En dat alles via een community gedreven opzet.

Er zit namelijk een fors gat tussen wat de makers van muziek verdienen en degene die de muziek draaien op feesten en festivals. Niet voor niets moet je tegenwoordig eigenlijk Dj/producer zijn om nog er een inkomen uit te halen.

Het idee was eenvoudig, Dj’s sturen hun playlists in en aan de hand daarvan worden de producers uitbetaald. Dus voor iedere keer dat een track wordt afgespeeld gaat een deel van de gage naar de maker van de muziek. Dit betekend ook dat de Dj net wat minder verdiend. Maar de producer de kans geeft om zo wat meer, of eigenlijk iets aan zijn/haar/hen muziek over te houden.

Nu zijn lang niet alle DJ’s grootverdieners uiteraard, en hebben veel Dj’s ook moeite om voldoende binnen te harken voor een goed inkomen. Je kan er van alles nog over lezen op de website van Aslice. En dat brengt mij op een probleem in de wereld van de kunsten, want niet alleen in de muziek speelt dit, ook schrijvers, kunstschilders, beeldend kunstenaars, en alles wat je verder maar kunt bedenken hebben problemen om een goed inkomen te vergaren. En doen er van alles naast.

Aslice & het belang van een gemeenschap

Het (achteraf) grootste probleem voor Aslice was het wegblijven van veel Dj’s en dan met name de hoogst betaalde categorie. Het probleem hiervan is dat je dan een groot deel van de verdiensten die zouden moeten terugvloeien naar de makers van de muziek mist. Maar ook in de lagere regionen miste Aslice het volume om echt door te kunnen breken als eerlijke verdeler van inkomen.

Maar waarom is dit belangrijk? Iedereen kan toch via zijn eigen kanalen werken aan verbetering van inkomen? Uiteraard kan je dat alleen proberen, het probleem is alleen dat je nooit alle uithoeken van het ecosysteem kan bereiken. Eenvoudig weg weet je niet waar en wanneer je muziek gedraaid wordt als mensen het je niet laten weten. In plaats van je muziek voor jouw te laten werken nadat je het hebt gemaakt, doordat andere mensen het draaien en verspreiden (verkopen dus), moet je er zelf dus achteraan. Door als producer ook te gaan draaien of andere activiteiten te ontplooien.

Het probleem hiermee is, er zit een limiet aan wat je aan energie per dag kan leveren, je hebt een gelimiteerde output. En als muzikant is het natuurlijk niet jouw baan om je muziek ver te brengen, jij moet nieuwe muziek maken. Dat is jouw baan. Door het systeem van Aslice was de muziek in staat om inkomsten te genereren doordat anderen ermee aan de slag gaan, en dus voor jou wat inkomsten genereren. Het is immers geen hobby. Als muzikant moet je van je muziek kunnen leven. En niet alleen als je het geluk hebt om tot de top te behoren. Het zorgde voor een inkomstenstroom zonder dat jij daar als muzikant nog werk aan had. Passief inkomen dus.

Een ecosysteem kan niet functioneren als slechts een klein deel van de inspanningen van de rest van het systeem profiteert. Dit leidt onherroepelijk tot uitholling van het ecosysteem. In het geval van kunst verdwijnen belangrijke artiesten en blijft de broodnodige vernieuwing uit. Op een gegeven moment stort dan het hele systeem in, en blijft er een bar landschap over. Geen vruchtbare grond voor nieuwe muzikanten en stromingen. Je kan er niet meer aan meedoen en je kan er niet meer van leven. Mensen hebben immers veel tijd nodig om aan hun vaardigheden te werken, dat kan alleen als het ecosysteem, de gemeenschap dit toelaat. En je de kans geeft om aan die hoofdtaak te werken. En niet allerlei nevenactiviteiten moet ontplooien om het hoofd boven water te houden.

Individualiteit & de illusie van het succes

Het is een breder maatschappelijk probleem dat de laatste pak hem beet 30 jaar tot de kern van het probleem is geworden. Dat succes een resultaat is van individuele keuzes en hard werken. Maatschappij breed leeft de gedachte dat succes maakbaar is, ongeacht wat zich afspeelt in de buitenwereld. Als je maar hard genoeg werkt en de ‘kansen’ pakt lukt het vanzelf.

Deels is dat natuurlijk zo, maar je kan maar zo succesvol worden als je omgeving toelaat. Op een klein percentage na, die overigens ook vaak de omgeving verlaten waar ze vandaan komen omdat ze weten dat de kansen daar niet heel groot zijn.

Succes is een gevolg van een solide gemeenschap en een goede infrastructuur. Je kan niet alles alleen namelijk. Een maatschappij kan alleen functioneren en floreren als de zaken als onderwijs, gezondheidszorg, wonen, voedselvoorziening enzovoorts goed geregeld zijn, en belangrijker nog voor veel van de deelnemers toegankelijk zijn. Iedereen moet er zoveel mogelijk gebruik van kunnen maken.

Je moet dus aan deze gemeenschappelijke infrastructuur werken om als individu succes te kunnen hebben, met andere woorden. Iedereen moet een klein deel bijdragen aan de gezamenlijke benodigdheden om het eigen succes en dat van anderen mogelijk te maken. In de meest bekende vorm is dat het betalen van belasting. Zo eenvoudig is het.

De kunsten en het verdienmodel

In de wereld van de kunst en cultuur is de laatste decennia vooral bezuinigd en de nadruk gelegd op het zelf de broek ophouden. Veel van de subsidie die de infrastructuur garandeerde, denk aan ateliers, podia, studio’s, onderwijs enzovoort is verdwenen of tot een minimum beperkt. De nadruk is dus veel meer komen te liggen op de leden van de kunstgemeenschap zelf om deze infrastructuur overeind te houden. En een eerlijker verdeling van de inkomsten wordt zo cruciaal.

Door subsidie, via belastingen betaald, is dat als het ware onzichtbaar, immers er worden allerlei zaken uit belastingen betaald en veel mensen zien dit als hinderlijk, immers worden er ook zaken betaald die ze liever niet zien. Maar daarom is er zoiets als de democratie en het stemmen. Dat idee van saamhorigheid is in de brede samenleving al decennia een probleem, en dat is ook in de kunstwereld binnengedrongen. Het was al niet eenvoudig om een boterham te verdienen als kunstenaar en dit is door de uitholling van de subsidies niet beter geworden. De gemeenschap achter de artiesten is verdwenen.

Het verdienmodel, en de waarde die de samenleving aan kunst & cultuur momenteel toekent zijn onvoldoende voor veel individuele artiesten om een zeker bestaan op te kunnen bouwen. Eigenlijk is het verdienmodel verschoven naar de persoon, en niet meer de kunst is het wat verkocht dient te worden. Zaken als het 1000 volgers principe, waarbij 1000 volgers 1000 euro per jaar betalen en je zo van een inkomen voorzien zijn allemaal gericht op het individu.

Maar stopt het individu door een calamiteit met het maken van muziek en alle andere output dan stopt de inkomens stroom abrupt. En zijn er geen vangnetten. De meest schrijnende gevallen zijn de Gofundme pagina’s van artiesten die ziek zijn geworden en nu de maandelijkse lasten niet meer kunnen betalen, laat staan de ziektekosten en de moeilijke weg naar herstel.

Er zit een enorme beperking op wat je verdiencapaciteit als individu is, voor iedereen maar zeker ook voor een artiest, waarbij de kunst verkocht moet worden. In het geval van muziek gedraaid moet worden, dat zou de inkomstenstroom moeten zijn waar een muzikant mee verder kan. Maar zo werkt het niet meer, je kan niet meer leven van albums en muziek uitbrengen alleen. En dat is een groot gevaar, immers het kost veel tijd om tot de muziek te komen, die tijd moet zich gaan uitbetalen als de muziek de wereld over gaat.

De muziek gaat de wereld over, maar het geld blijft plakken aan de absolute top van de pyramide. De balans in de geldstromen is zoek. Een eerlijker verdeling is waar een platform als Aslice belangrijk ik was.

Gemeenschap weer op de agenda

Dankzij de technologie zijn we in staat om relatief snel een oplossing te bouwen die bij voldoende draagkracht kan zorgen voor een gezonde verdeling van de inkomsten kan zorgen, en dat betekend niet dat iedereen op een houtje moet bijten. Het is alleen van belang dat je elkaar plek in de gemeenschap en het eco systeem op waarde weet te schatten. Dus niet alleen die shout-out op social media maar gewoon een klein bedrag per gedraaide plaat overmaken naar de maker van de muziek. Het gaat niet om wereldschokkende bedragen, maar om het volume.

Maar technologie is alleen een middel om iets te bereiken, dingen echt bereiken kan alleen als de overgrote meerderheid van de gemeenschap het nut ervan in ziet. En dat kan men alleen als je gemeenschap weer centraal op de agenda zet. Op bijeenkomsten van de muziekindustrie moet het niet meer gaan over branding van de artiest, maar over bouwen aan de gemeenschap.

En dan niet alleen de leuke kanten zoals het samen werken aan nieuwe muziek of over samenwerking met instrumentmakers en andere deelnemers, nee het moet gaan over de risico’s van het vak artiest. De saaie boekhoudkundige kant. Ik noem even een aantal risico’s van het niet voldoende betaald krijgen als zelfstandige artiest (of welk beroep dan ook), bij het ontbreken van een gedegen vergoeding en inkomen.

      • Onvoldoende inkomen om je afdoende te verzekeren tegen ziekte.
      • Onvoldoende inkomen om periodes zonder opdrachten door te komen, of je ertegen te verzekeren.
      • Onvoldoende inkomen om je pensioen te kunnen opbouwen.
      • Geen verzekering tegen arbeidsongeschiktheid kunnen betalen.

En dat zijn alleen nog de gevaren die het meest in het oog springen op individueel gebied. Dan zijn er nog de problemen voor de gemeenschap zelf.

      • Geen locaties om jong talent op te leiden of om kleinschalige optredens te organiseren.
      • Geen of nauwelijks netwerk mogelijkheden omdat iedereen altijd met zijn eigen winkel bezig moet zijn.
      • Geen synergie en schaalvoordelen van gemeenschappelijke ruimtes, organisaties en kennis deling.

Het gaat dus niet alleen om geld

Een gemeenschap heeft dankzij de verscheidenheid aan mensen die deelnemen een groot voordeel, je kan veel sneller en actiever bezig zijn met je specialisme en verder leren als je onderdeel uitmaakt van een gemeenschap. Om die gemeenschap draaiende te houden moet iedereen een deel van zijn tijd en geld ten dienste stellen aan die gemeenschap. In de samenleving is dat geregeld via belastingen. We zijn als creatieve gemeenschap gewend om dit onzichtbare deel van het inkomen dat ten dienste staat aan de creatieve gemeenschap als vanzelfsprekend te beschouwen. Dat is in het huidige politiek economische klimaat geen vanzelfsprekendheid meer. We moeten zelf zorgdragen voor het gezond houden van de gemeenschap.

Het belangrijkste en meest eenvoudige is allemaal een deel van onze tijd steken in de pijlers van deze gemeenschap, dus onderwijs, veilige plaatsen om samen te komen en te werken en ieder zijn vak te kunnen laten beoefenen en zijn plek te geven.

Het begint, met tijd kunnen investeren in het bouwen aan de gemeenschappelijke infrastructuur. En om dat te kunnen doen is een eerlijke verdeling van de inkomsten die gegenereerd worden met de muziek (of welke andere kunstvorm dan ook) noodzakelijk. Het begint dus met geld en het verdelen ervan. Want anders heb je geen tijd om te vergeven om aan de gemeenschap te kunnen werken.

Aslice was een uitstekend middel om als gemeenschap op eigen voorwaarden te kunnen bouwen aan een gezonde gemeenschap, waarin iedereen voldoende kan verdienen aan zijn/haar/hen kunst.

En dat is voor de hele samenleving van groot belang, immers kunst zet aan tot kritisch denken en heeft altijd al een belangrijke rol gespeeld in het vormen van veilige plaatsen voor mensen in verdrukking. We kunnen eenvoudigweg als samenleving niet zonder kunst om vooruit te komen. Daarom moet de kunstgemeenschap op zichzelf eens goed in de spiegel kijken en het werken aan die gemeenschap als belangrijk en cruciaal onderdeel gaan zien.

 

 

Meer verbouwingen

Deze week draait om de bouw van mijn creatieve ruimte. Dit gaat nog zeker een week door en daardoor vind ik niet echt de rust om bezig te zijn met muziek. Dat is prima, ik heb ondertussen onderzoek gedaan naar het inrichten en akoestische behandeling van de ruimte. Dat laatste is echt een wereld op zich, erg leuk maar een brug te ver voor mij voorlopig. Eerst maar eens weten waar er fouten in mijn mix zitten voor ik verder ga met de akoestiek.

Leuk om onderzoek naar te doen overigens. De inrichting van de ruimte gaat zich vooral richten op flexibiliteit. Er komt een tafel waar ik setups voor projecten kan maken, en waar ik andere creative activiteiten kan ondernemen. En een werkplek waar ik een computer, een controller, geluidskaart en speakers kwijt kan.

Een boekenkast voor al mijn boeken, en andere spullen waar ik inspiratie uithaal en die ik gebruik om mijn kennis te vergroten. Misschien is er ook nog wel plek voor een bank. We gaan het zien.

Max MSP projects, aantekeningen en ideeën

Waar ik nog wel mee bezig ben geweest is het organiseren van mijn aantekeningen en ideeën voor Max MSP projecten. Tot op heden heb ik alleen nog gewerkt aan mijn idee voor een looper en daar wat op doorgeborduurd. Daarnaast vooral veel genoteerd met betrekking tot ideeën voor projecten en dingen die ik wil uitzoeken. Leren door te doen, om te voorkomen dat ik teveel blijf hangen in boeken en handleidingen.

Dus ik heb de tijd genomen om sommige concepten in korte beschrijvingen met betrekking tot functionaliteit en bijbehorende lijstjes voor het in logische volgorde bouwen van die dingen. Het gevaar voor mij met Max MSP is dat ik begin te werken aan een patch en vervolgens heel ergens anders uitkom dan hetgeen ik aanvankelijk wilde bouwen. Dat is in veel gevallen niet erg. Maar als ik dan weer verder wilde gaan op een later moment, was ik eerst weer een hele tijd bezig om uit te zoeken wat mijn patch eigenlijk doet.

Door wat meer gericht te gaan werken en de stappen te documenteren hoop ik bij een volgende keer dat ik eraan werk niet eerst zoveel tijd kwijt te zijn aan het uitzoeken ervan. Zo komt er meer vooruitgang in de projecten.

De planning voor de komende weken.

Het hoofddoel wordt het afmaken van de creatieve ruimte. Als dit alles gedaan is hoop ik beter te kunnen starten aan projecten en ze soepeler te kunnen afmaken. Dat is iets waar ik erg naar uitkijk.